Noord-Afrika (1990)

Tunesië, Algerije en Marokko

In september 1988 zou een kleine advertentie in MOTO73 van grote invloed zijn op de komende reizen die ik zou maken. Het was een aankondiging van een “Ténéré-treffen” in de Beemte bij Apeldoorn. De organiserende motorvereniging hierachter was ontstaan vanuit de Yamaha XT600 Ténéré, maar met een XT500 kon je ook lid worden. Ik arriveerde op zondag tegen de middag toen het hele treffen eigenlijk achter de rug was. Ik ontmoette Willem Kop, één van de oprichters, en hij maakte me meteen enthousiast voor deze motorclub. Binnen de club was enorm veel technische kennis in huis en veel leden hadden ook ver buiten Europa gereisd of waren van plan dat te doen.

Een paar maanden later, bij Willem thuis, maakte ik ook kennis met Gert Jan ten Brinke en Peter Oostrum. Gedrieën waren ze van plan om een aantal maanden door Noord en West Afrika te gaan rijden. Niemand had bezwaar als ik mee zou rijden. Het vertrek was gepland eind januari 1990. Wat planning betreft kwam mij dat heel goed uit. Ik had nog bijna een jaar om deze trip voor te bereiden, maar er moest nog meer gebeuren. In juni 1989 zou ik afstuderen en kon achtereenvolgens bij hetzelfde bedrijf nog een half jaren werken om het financiële plaatje rond te krijgen. Regelmatig zaten we bij elkaar om de reis voor te bereiden. Het leek wel of Willem de hele bibliotheek had leeggeroofd met boeken en reisverhalen. Hij ging zeer grondig te werk met voorbereiden. Ik kreeg hierdoor langzamerhand ook meer interesse voor vreemde landen en culturen en leek een beetje “uitgeraasd” als het om kilometers ging.

Op 29 januari 1990 vertrokken we bij “Rally Sport en Adventure” in Dieren om aan ons grote avontuur te beginnen. Deze op reizen gespecialiseerde motorzaak had ons prima geholpen bij alle voorbereidingen. Het was de beruchte januari maand dat de storm met orkaankracht heel West Europa in zijn greep hield. Met veel moeite bereikten we Marseille voor de inscheep naar Tunis. In Tunesië hadden we de eerste lekke banden en via de mooie stad Ghardaïa in Algerije gaat het over de kale winderige vlaktes verder naar Hassi-Messaoud. Vanaf hier was het plan om lang de grens met Libië naar Djanet te rijden, dit betekent dwars door het woestijn gebied “Grand Erg Oriental”. Nog voor dat de echte duinen zich aandeden had ik al grote problemen om me rijdend in het zand te handhaven. Ik had niet of nauwelijks zandervaring en mijn uitgebluste XT500 leverde eigenlijk te weinig vermogen. De andere jongens brachten het er veel beter vanaf. Aan het eind van de dag was mijn hele koppeling verbrand en zat er niets anders op dan terug te gaan naar Hassi-Messaoud, eerst liftend met een leger jeep en later op sleeptouw bij Willem. Bij de ANWB nieuwe koppelingsplaten besteld, maar deze diende ik ze zelf op te halen vanaf de luchthaven in de hoofdstad Algiers, verder binnenlands vervoer was niet mogelijk. Ik regelde een vliegticket voor een binnenlandse vlucht en de andere jongens probeerde nu via Bordj Omar Driss naar Djanet te rijden. Hopelijk zouden we ons weer treffen in het zuiden van Algerije bij de plaats Tamanrasset.

Doordat de douane op de luchthaven in het weekend gesloten was duurde het even voordat ik de nieuwe koppelingsplaten in handen had. Het repareren van de motor nam vervolgens slechts twee uurtjes in beslag. In vier dagen reed ik over de hoofdroute de ruim 1600 kilometer naar Tamanrasset. De weg was van redelijk asfalt met hier en daar wat omleidingen door het zand. Ik ontmoette onderweg een Zwitser op een Africa-Twin, twee Oostenrijkers op Honda XL-len en een Nederlands stel op en in een BMW zijspan. Met deze groep arriveerden we op de camping in Tamanrasset. Hier echter geen spoor van Willem, Gert Jan en Peter. Ik was een paar dagen later dan gedacht en waarschijnlijk waren ze al verder gereden naar het zuiden! Op de camping trof ik wel een ander Ténéré-lid aan in de vorm van Arno Vaassen. Hij had samen met twee vrienden de motoren verscheept naar Kameroen en vanaf daar zijn ze op weg naar Nederland. Hij stond hier al een paar dagen en had ook de jongens nog niet gezien. Misschien zat het hun onderweg ook tegen en moesten ze nog komen. Twee dagen later kwamen ze inderdaad aanrijden met daarbij Marcel Bouwman op een Yamaha XT600 en Robert Breteler op een Honda XR600 die ze onderweg hadden ontmoet.

Er was onderweg inderdaad van alles gebeurd. Willem was zijn tanktas met camera verloren, Gert Jan had een groot gat over het hoofd gezien en zijn achtervering was daarbij vernield en Peter was op een rechte piste over de kop geslagen! Bovendien was de route erg zwaar geweest, zeker in de omgeving van Tarat. De komende dagen werden gebruikt om bij te kletsen, de motoren na te kijken en verdere reisplannen te bespreken. Vanaf de start in Nederland was Tamanrasset voor mij het eindpunt van de reis. Ik zou vanaf hier weer naar het noorden rijden en via Marokko en Spanje en Portugal naar huis toeren. Willem en Gert Jan gingen verder naar Ghana en Peter wist het eigenlijk niet. Door de valpartij had hij flink last van pols en durfde de komende zware zandpistes in Niger niet goed aan. Hij koos daarom uiteindelijk om met mij terug te rijden.

Willem en Gert Jan vertrokken in zuidelijke richting terwijl Peter en ik een hele mooie tocht gingen maken door het prachtige Hoggar gebergte met zijn indrukwekkende maanlandschap. Zonder twijfel één van de mooiste etappes die ik ooit heb gereden! Daarna reden we samen in noordwestelijke richting verder Marokko tegemoet. In het noorden van Algerije koos Peter ervoor om Marokko aan zich voorbij te laten gaan. Erg jammer, maar hij nam in Oran de boot naar Spanje om met een paar dagen thuis te zijn. Hij had teveel last van zijn pols om nog langer met plezier rond te rijden en van het reizen te genieten. Zodoende toerde ik ineens alleen door het prachtige Marokko. Maar mijn gezondheid begon ook enorm de wensen over te laten in de vorm van flinke maag- en darm problemen. Eten en drinken waren nauwelijks binnen te houden. Plichtsmatig en als een zombie reed ik alle bezienswaardigheden langs maar genoot nauwelijks van de mooie steden en indrukwekkende landschappen. In Spanje en Portugal ging het met deze problemen iets beter maar nu had ik het steenkoud. Het was half maart en nog volop winter. Mijn dunne leren jas en slaapzak waren niet bestand tegen de koude wind, de sneeuw en de lage temperaturen. Geheel tegen mijn principes in nam ik in het noorden van Frankrijk een hotelletje om voor een paar uur in een heet ligbad te belanden. De volgende dag reed ik de laatste kilometers.

Het was nu eind maart en ik was acht weken op pad geweest en had circa 14.000 kilometer afgelegd. Mijn eerste kennismaking met Afrika was niet altijd even makkelijk geweest maar wel zeer leerzaam……………………

Met Peter ging het inmiddels wat beter maar zijn pols bleek wel flink gekneusd te zijn. Een paar weken later stonden Willem en Gert Jan op Schiphol. Ze hadden hun avontuur naar Ghana tot een goed einde gebracht en de motoren daar ingescheept voor Rotterdam.

Gevolgde route

Vertrek uit Dieren

Ko van O rijdt zich vast!

Ook Peter graaft zich in!

Aankomst in Tamanrasset

Camping in Tamanrasset

Hoggar gebergte

Schitterend uitzicht!

Kleine bergdorpjes

De plaats Tinerhir

Gordes du Todra

Winter in de Pyreneeen