8. Het hoge noorden van Argentinie!

Logboek Zuid-Amerika (2008) - Vorig reisverhaal - Volgend reisverhaal

door Ko en Anouk.

Het is donderdagmorgen 8 mei als we Mendoza verlaten op weg naar het hoge noorden van Argentinië! Natuurlijk wordt ons vertrek weer enigszins vertraagd door onze Amerikaanse buurman John die weer de nodige vragen en problemen heeft. Uiteraard komt de landkaart er ook weer aan te pas! Hij heeft nog steeds geen concreet reisplan. In onze bagageruimte van de auto staat wederom een 5 liter karaf wijn van Roberto Boschi. De Zwitsers Engelbert en Adrienne waren gisteren langs tal van Bodega’s gereden en hadden een nieuwe karaf voor ons meegenomen. Op weg naar het noorden zijn er weer tal van “verplichte” nummers die bezocht moeten worden……………..

Puente del Inca en de Aconcagua

We verlaten Mendoza aan de zuidkant en rijden dus eerst een stukje terug. Van daar gaat het over de Ruta 7 naar het plaatsje Uspallata. Het is een uitstekende asfaltweg die kronkelend door de prachtige bergen loopt. Hierna gaat het langzaam verder bergop richting Puente del Inca en de hoogste berg van Zuid-Amerika, de Aconcagua, die zich beiden bijna op de grens met Chili bevinden!

Het wonderbaarlijke natuurverschijnsel Puente del Inca ligt op een hoogte van ruim 2700 meter. Het is een enorme, door de natuur gevormde, brug over de Rio de Mendoza van 19 meter hoog, 28 meter breed en 40 meter lang. Doordat iets verderop de thermale bronnen liggen, met een hoog zwavel gehalte, heeft de zwavel zich door de eeuwen heen opgestapeld in de vorm van een brug. Roestbruin, okergeel en donkerrood zijn de kleuren van deze brug met vele honderden druipstenen. Eronder is een vervallen badhuis waar badcellen zijn met kuipen. Het bronwater stroomt overvloedig langs de muren in de badkuipen. Je kunt niet meer naar beneden om het badhuis te bekijken want alles is met hekken afgezet…………..

Een paar kilometer verderop bevindt zich een uitzichtpunt op de Aconcagua, de hoogste berg van Zuid-Amerika, met een hoogte van maar liefst 6959 meter! In de Huarpe Indianen taal betekent Aconcague “de stenen wachttoren” zo imposant is deze berg. Kijkend vanaf het uitzichtpunt ligt de Aconcague ruim 40 kilometer verderop en een beetje verscholen achter een tweetal bijna even hoge andere bergtoppen. Waarschijnlijk omdat we zelf al op bijna 3000 meter staan is het uitzicht op deze giganten iets minder indrukwekkend dan gedacht.

Omdat we niet door gaan naar Chili moeten we de 70 kilometer weer terugrijden naar het plaatsje Uspallata. Onderweg worden we luid toeterend ingehaald door een auto voorzien van Argentijns kenteken en drie inzittenden. Geen idee wie het zijn of wat ze willen! In Uspallata blijkt het om een Nederlands echtpaar te gaan en hun dochter die in Argentinië woont. Ze zagen onder ons Nederlands kenteken “garage van Leussen – Ommen” staan. Zelf komen ze uit Dalfsen, ongeveer 15 kilometer verderop.

We hadden eigenlijk verwacht Andreas en Susanne vandaag nog tegen te komen. We rijden een beetje rond en op de derde camping die we aandoen zien we hun VW busje staan. Uiteraard had John ook hun vertrek uit Mendoza vertraagd en verder had Andreas de remmen van hun VW busje wat te krap afgesteld. Daardoor waren ze warm gelopen en bovendien hadden ze nog wat kleine elektrische problemen op te lossen onderweg. We gaan boodschappen doen en vervolgens weer grillen. Het wordt wederom een heel gezellige avond maar Uspallata ligt op een hoogte van ruim 1700 meter en al snel zijn een trui en een jas nodig om buiten een beetje warm te blijven.

’s Morgens vroeg staat de thermometer op -5 graden Celsius en van een koude douche wordt je ook niet veel warmer. Koffie zetten dan maar. Na het ontbijt nemen we afscheid van Andreas en Susanne. Voor hun staan de Puente del Inca en de Aconcague nog op het programma en wij rijden verder naar het noorden. Misschien komen we elkaar wederom ergens tegen deze reis, dat weet je nooit!

Weer met z’n tweetjes

Na ruim anderhalve week constant andere reizigers om je heen te hebben gehad is het toch weer even wennen om alleen met z’n tweetjes verder te reizen naar het noorden. Voor ons liggen eerst 100 kilometer gravel welke makkelijk te rijden is. De omgeving waarin we rijden is vlak en droog en aan de linkerkant zie je steeds het machtige Andes gebergte met diverse toppen ruim boven de 5000 meter. Bij het plaatsje Barreal wordt de weg weer asfalt en via een prachtig canyonachtig gebied rijden we richting San Juan. Halverwege tussen Calingasta en San Juan stuiten we op een hagelnieuwe weg die naar het noorden loopt. Die weg loopt zeer ruim om San Juan heen en zorgt voor een directere aansluiting op de Ruta 40 zonder dat je de drukke stad door hoeft. We rijden nu wat verder oostelijk van de Andes en de wegen worden breder en vlakker. We kunnen flink opschieten en een dag eerder dan gepland rijden we al de plaats Villa Union binnen. De plaats zelf heeft weinig te bieden maar is een springplank voor toeristen die het Parque Nacional Talampaya willen bezoeken.

Parque Nacional Talampaya

Het park is een beschermd gebied van 2700 km2 en ligt ongeveer 60 kilometer van Villa Union en 260 kilometer van de plaats La Rioja. In het park rij je grotendeels door een droge rivierbedding want regen valt er hier nauwelijks. Het gebergte is gevormd tijdens de Trias periode, zo’n 240 miljoen jaar geleden. Daarvoor stroomde hier volop water. De periode daarna werd gekenmerkt door droogte en vooral erosie en wind. Zij hebben dit natuurwonder gevormd.

Helaas voor ons is het park niet toegankelijk met eigen vervoer. We moeten ons inschrijven en een klein half uurtje wachten. Dat is absoluut geen straf want de omgeving is al mooi en er zijn keurige terrasjes aanwezig. Na een half uurtje komt een busje voorrijden en kunnen we op pad. Gelukkig hebben we een kleine groep van in totaal zes toeristen aangevuld met een chauffeur en een gids. De eerste 10 kilometers zijn asfalt en daarna rijden we kilometers lang door de droge rivierbedding met meer dan 180 meter hoge, steile rode bergen om ons heen. Hier stroomde eens de Talampaya rivier en 3000 jaar geleden woonden er mensen tussen deze gigantische rechtopstaande bergen. De excursie neemt ruim twee uur in beslag en we bezoeken een viertal hoogtepunten van het park.

Het eerste punt is La Puerte waar op diverse stenen en rotsen tekeningen zijn gemaakt. Het vreemde is echter dat er dingen getekend zijn die eigenlijk in deze tijdsperiode nog niet bekend waren! Welke krachten zijn hier aan het werk geweest? Niemand die het tot nu toe weet! Vervolgens komen we langs Bosquecillo, of wel het kleine bos. Dit is een rare gewaarwording want in een keer zie je in een kleine inham tussen de steile bergen allerlei bomen en struiken. Een soort oase in een kurkdroog gebied. Maar doordat hier 19 meter onder de grond water stroomt is er als het ware een botanische tuin ontstaan. Daarna komen we terecht op een grote open vlakte met gigantische rotsformaties. Het lijken net super grote zandkastelen. El Catedral lijkt op een gotische kerk en het laatste punt van deze tocht brengt ons bij de El Torre en El Monje. Deze laatste betekent priester of monnik…………

Tevreden verlaten we rond half vier het park. La Rioja is nog 260 kilometer en het wordt vandaag dus weer een latertje. Onderweg zien we de eerste grote cactussen, een teken dat we het subtropische gedeelte van Argentinië al aardig genaderd zijn. Het is al schemerig als we eindelijk na lang zoeken de camping in La Rioja hebben gevonden. Althans de plek waar hij zou moeten staan. Maar alles maakt een verwaarloosde indruk, muren zijn afgebrokkeld, hekwerk kapot en overal graffiti en onkruid. Deze camping is al vele jaren gesloten. Dan maar de stad in en we nemen onze intrek in het hotel met de toepasselijke naam Talampaya. Bij nader inzien is dit hotel waarschijnlijk net zo oud als de rotsformaties in het park want, behalve de keurig geschilderde buitenmuren, deugt er verder vrij weinig. Maar dat maakt niet uit we hebben een dak boven ons hoofd en blijven zelfs een dagje langer om aan de website te werken. We liggen ruim 14 dagen achter met verhaaltjes typen en ordenen van de foto’s. Mendoza was gewoon te gezellig……….

De provincies Salta en Jujuy.

In het noordwesten van Argentinië liggen de provincies Salta en Jujuy welke grenzen aan Bolivia en Chili. Het gebied is het warmst en meest afgelegen van het land, maar ook vol met tradities. Je vindt er enorme hoogvlaktes, bergen, zoutmeren en valleien.

Vanaf La Rioja betekent het nog een dag of drie rijden en eerst volgen we de hoofdroute richting de plaats San Miguel de Tucuman. Maar hoe dichter we bij deze grote stad komen hoe meer industrie er opdoemt en hoe drukker het wordt op de weg. Vooral met traag vrachtverkeer. De omgeving is droog en stoffig en overal stinkt het naar dieselolie en benzine. We verlaten de hoofdroute en toeren binnendoor verder. De route gaat al kronkelend omhoog door een prachtige groene bergomgeving en al rap klimmen we naar de 2000 meter. De laatste 60 kilometer naar het volgende plaatsje El Mollar neemt toch bijna twee uur in beslag. Hier bezoeken we Parque de los Menhires waar 129 stenen staan variërend in hoogte van 0,5 tot 2,5 meter. Op de meeste stenen zie je afbeeldingen staan en alles dateert van ongeveer 1500 jaar geleden. Echt spectaculair is het niet en dat geldt eigenlijk ook voor de Ruines van Quilmes zo’n 70 kilometer verderop waar we aankomen na het bedwingen van weer een bergpas met een hoogte van ruim 3000 meter. Deze ruines liggen aan de voet van de heuvel en zijn in 1978 geheel gerestaureerd. Wat je ziet zijn de fundamenten van de citadel en woongemeenschappen. Hier woonden zo’n 900 jaar geleden duizenden mensen. Een mooie wandeling kun je maken langs de patio’s, dikke muren en pleintjes. Inmiddels hebben honderden cactussen bezit genomen van de ruines.

Vanaf de plaats Cafayate tot aan Salta voert de weg door een groot canyongebied. Het is hier schitterend om te rijden en na iedere bocht zou je kunnen stoppen om de meest fantastische foto’s te maken. Bijna langs de hele route staat het bovendien vol met allerlei kraampjes en souvenirs shopjes.

Aan de zuidkant van Salta vinden we een camping met het grootste zwembad van heel Argentinië, welke nu helaas droog staat. Helemaal achter op het camping terrein bevind zich een kermis en een circus. De meeste kampeerders staan dus aan de voorzijde van de camping en wij zoeken ook daar een plekje. We zien twee Zwitserse stelletjes in Toyota Landcruisers, diverse aardige en minder aardige Duitsers in heel grote campers of vrachtwagens en een leuk Canadees stel in een VW busje. Maar het grootste vervoermiddel is ongetwijfeld de Iveco truck van Jan en Gerda uit Apeldoorn. Zij reizen samen met hun hond Noebis een jaar door Zuid-Amerika. Kijk onder links voor hun website en verder reisbelevenissen!

Met de taxi kun je voor een paar peso’s naar het centrum. Voor een grote stad met meer dan 400.000 inwoners is het centrum lekker compact en overzichtelijk. Midden in het centrum bevind zich het Plaza 9e Julio met aan de noordzijde ervan een prachtige kathedraal. Hoewel de Iglesia San Francisco een paar straten verderop er weinig voor onder doet. Een deel van het centrum is bovendien auto vrij en overal zijn cafés , restaurantjes en terrasjes. Kortom een gezellige boel.

Zeker net zo gezellig is het ook op de camping waar we drie nachten hebben gebivakkeerd en lekker hebben zitten kletsen met de andere reizigers. De eerst nacht hadden we geen last van de kermis en circus. Op de tweede avond ging het geluid ook keurig om elf uur ’s avonds uit, evenals op de derde avond. Maar waar kwam dat enorme kabaal midden in de derde nacht dan vandaan? Iedereen had een kampeer plekje uitgezocht zover mogelijk bij de kermis en het circus vandaan en niemand had dus acht gegeven op een groot grijs aftands gebouw ongeveer 50 meter verwijderd van de voorzijde van de camping! Dit bleek dus de plaatselijke disco te zijn met ongelooflijke harde non-stop muziek van ’s nachts half twee tot ’s ochtends half zes. Onze Toyota stond bijna te dansen op het kampeerterrein door de loeiharde disco sound met daar doorheen een zware bas dreun! Dat Argentijnen lawaai en rotzooi kunnen maken weten we inmiddels ook wel, maar dat was wel heel erg veel. Aan de andere kant toch ook weer leuk dat het kan en dat er niemand bezwaar tegen heeft. In Ommen op de muziekdagen staat er een overijverig gemeente ambtenaartje met een decibelmetertje in zijn hand en steekt een waarschuwend vingertje omhoog als er ook maar een decibel teveel wordt gemeten!

Over een mooie smalle weg met overhangende struiken en bomen rijden we van Salta naar Jujuy. Het is vandaag zondag en extreem rustig op de weg. Daar waar Salta een meer Spaans koloniaal verleden en uitstraling heeft, heeft Jujuy meer Indiaans achtige trekjes. Jujuy is wat kleiner dan Salta maar nog steeds een stad van formaat. Het centrum maakt geen bijzonder gezellige of interessante indruk. De bezienswaardigheden van de provincie Jujuy liggen duidelijk buiten de stad in de vorm van de fascinerende berglandschappen en indrukwekkende hoogvlaktes. We rijden door richting Termas de Reyes waar we ons voor twee dagen laten inkwartieren. Dit luxe hotel ligt op een hoogte van 1700 meter aan het begin van een smalle kloof met uitzicht op de Cerro Chani (6200 m). Het hotel ligt vlakbij de heetwater bronnen en de bijbehorende zwembaden hebben temperaturen tussen de 26 en 52 graden Celsius. Bovendien bevat het zuivere bronwater een hoog zwavel gehalte, soda en medicinale zuiveringszouten. Vooral ’s avonds een duik nemen in het thermale water is apart, omdat het buiten aanzienlijk afkoelt geeft het dampende water een speciaal effect met de omringende bergen! Verder is alles prima verzorgd met bar, restaurant, TV, mini bar op de slaapkamer en internet. Een nadeel is dat dergelijke hotels meestal worden bezocht door mensen van betere komaf met hun vage kwaaltjes en klachten waardoor het niet gezellig is, er geen sfeer hangt, er weinig wordt gelachen en de obers overdreven beleefd zijn. Leuk voor eventjes, maar we zijn straks ook weer blij als we de daktent kunnen opzetten op een eenvoudige camping…………..

Ongeveer 70 kilometer ten noorden van Jujuy slaan we linksaf en komen terecht in het dorpje Purmamarca met als grote bezienswaardigheid de cerro de los Siete Colores, of wel de berg met de zeven kleuren. Deze berg heeft zeven horizontale verschillende kleurlagen. Alsof een groep schilders een toeristische attractie van deze berg wilden maken. De kleuren geven de ouderdom aan van de berg. De groene kleuren zijn 570 miljoen jaar oud, terwijl de goud- en okerkleurige lagen niet ouder zijn dan 67 miljoen jaar. De lagen bestaan grotendeels uit mergel, kalk en leem. Pumamarca zelf is een heel klein dorpje met nauwe straatjes, maar wel met leuke winkeltjes en stalletjes waar je souvenirs van goede kwaliteit kunt kopen.

Ondanks dat het nog maar twee uur in de middag is rijden we vandaag niet verder. Voor ons ligt de Passo de Jama met een hoogte van 4200 meter een van de hoogste passen waar je het Andes gebergte kunt oversteken naar Chili. Deze lange en zware tocht bewaren we tot morgen…………………………….


Kaart Argentinie en Chili


Puenta del Inca

Puenta del Inca

Puenta del Inca


Souvenirs bij Puenta del Inca

Parque Provencial Aconcagua

De Aconcagua


Camping in Uspallata

Andreas en Susanne

Mooie auto!

Stilleven onderweg

Even pauze onderweg

Onderweg naar Talampaya

Door het Park Talampaya

Prachtige steile rotswanden

Allerlei rotstekeningen

Botanische tuin

Spectaculaire inham

Onze excursie groep

El Catedral

Er groeit ook nog wat!

El Torre

El Monje

Waar zijn we nu?

Camping in El Mollar

Parque de los Menhires

Parque de los Menhires

Ruines van Quilmes

Van Cafayate naar Salta

Mooie kloof.......

......met muziek!

Handgemaakte fluitjes

Zelfs in de herfst in bloei

De Landcruisers van de Zwitsers

Nog meer overlanders

De truck van Jan en Gerda

Dom en Dyanne uit Canada

De Kathedraal in Salta

Willekeurige straathoek in Salta

Sinaasappels in Plaza 9th Julio

........van Gogh was hier ook!

Iglesia San Francisco

Termas de Reyes

Jut en Jul!

Het plaatsje Purmamarca

De zevenkleurige berg

Leuke stalletjes

Druk bezig

Leuke stalletjes

Mooie wandkleden

Logboek Zuid-Amerika (2008) - Vorig reisverhaal - Volgend reisverhaal