door Ko van O.
We verlaten Miranda en gaan op weg naar de Foz de Iguazu. Op de kaart van het immense Brazilië liggen beide plaatsen vlak bij elkaar. In werkelijkheid is het toch een kleine 1000 kilometer rijden. Foz de Iguazu is een grote toeristische trekpleister met de indrukwekkende Itaipu stuwdam, daarnaast de mooiste watervallen ter wereld volgens velen en aansluitend een prachtig vogelpark.
Op weg naar Foz de Iguazu
We rijden eerst in oostelijke richting over een goede asfaltweg richting Campo Grande. Overal langs de kant van de weg staan borden voor een “buffet”. Zo tussen twaalf en twee uur ’s middags vallen de Brazilianen massaal aan op dergelijke buffets, wat in de praktijk neer komt op je volkomen klem eten voor een paar euro. Alles in is ruime mate aanwezig zoals salades, groentes, rijst, aardappelen, vlees en soms vis. Een politieagent, die we een tijdje later spraken, gaf aan dat een deel van alle verkeersongelukken wordt veroorzaakt door chauffeurs die met een te volle maag en te weinig frisse lucht gewoon in slaap vallen achter het stuur. Geef ons dan toch maar liever een eenvoudig broodje tussen de middag…………..
Vanaf Campo Grande rijden we verder in zuidelijke richting. Wel vind ik dat de tijd erg langzaam voorbij gaat in Brazilië. Misschien komt het door de grote afstanden tussen de echte bezienswaardigheden! Het kan ook zijn dat we inmiddels al zoveel gezien en gedaan hebben dat het in onze hoofdjes een beetje volloopt. Nieuwe dingen worden niet of nauwelijks meer opgenomen of we vinden ze weer lijken op dingen die we al gezien hebben. Maar de grootste reden zal zijn dat ik in de grote stad even een nieuw batterijtje moet kopen voor mijn horloge. Deze staat al een paar dagen stil op “vier minuten over vijf”.
Op de derde dag na ons vertrek uit Miranda bereiken we Foz de Iguazu. Voordat we neerstrijken op een camping ten zuiden van de stad bezoeken we eerst de Itaipu stuwdam. Deze indrukwekkende stuwdam ligt ongeveer 12 kilometer ten noorden van Foz de Iguazu.
Itaipu stuwdam
We parkeren onze auto op het grote parkeerterrein en kopen een kaartje bij het loket. Onze keuze valt op de meest uitgebreide tour om de stuwdam te bezichtigen zodat ook het inwendige van de stuwdam met de grote turbines bezocht kan worden.
Als eerste staat een film van een klein half uur op het programma, daarin wordt stapsgewijs de bouw van deze enorme stuwdam getoond. Vervolgens worden we allen zeer streng gefouilleerd voordat we in de bus stappen voor een ritje naar het grote uitzichtpunt. Daarna rijden we de stuwdam op en zien we aan de ene zijde van de dam het enorme stuwmeer en aan de andere zijde de 200 meter lager liggende rivier de Rio Parana. Als laatste rijden we naar beneden waar we een kijkje kunnen nemen bij de controlekamer en de enorme turbines. De hele tour neemt ongeveer 3 uur in beslag.
De Itaipu stuwdam is een gezamenlijk project van Brazilië en Paraguay en de eerste besprekingen zijn in 1966 begonnen. In 1975 is daadwerkelijk begonnen met de bouw van de grootste waterkrachtcentrale ter wereld. Ruim 40.000 arbeiders hebben 87 miljoen kubieke meter aarde verplaatst en 12,3 miljoen kubieke meter beton staan gieten. In 1995, dus 20 jaar later, is het complete project afgerond.
De totale lengte van de stuwdam bedraagt bijna 8000 meter waarvan 2000 meter uit beton bestaat. De hoogte van de stuwdam bedraagt bijna 200 meter waardoor het water vanaf deze hoogte kan “vallen” door de enorme witte buizen. Deze snelheid en energie wordt gebruikt om een soort van schoepenrad van de turbine aan te drijven. In dit schoepenrad zit een turbine-as met aan de bovenzijde de rotor. Deze rotor heeft een ongelooflijke diameter van maar liefst 17 meter en is te herkennen als grote cirkel in de kilometer lange hal in het binnenste van de stuwdam. Samen met een even grote stator zorgt een dergelijke turbine voor een enorme stroom opwekking.
In de Itaipu stuwdam bevinden zich twintig van deze reusachtige turbines die gezamenlijk een vermogen leveren van 14.000 MW. De controlekamer van deze waterkrachtcentrale is precies gebouwd op de grens van beide landen en is in spiegelbeeld uitgevoerd met een gele lijn ertussen. Links werken de Brazilianen en rechts
de Paraguanen, gebroederlijk naast elkaar maar wel op eigen grondgebied. Beide landen hebben recht op de controle en bediening van tien turbines en daarmee een vermogen van 7.000 MW, maar dit is veel meer stroom dan in dit gebied nodig is.
Grote winnaar in dit project is Paraguay, de verliezer heet Brazilië. Meer dan 90% van de energie behoefte voor heel Paraguay wordt inmiddels door deze waterkrachtcentrale geleverd en dan nog houdt Paraguay stroom “over”. Deze stroom wordt weer verkocht aan Brazilië en daarmee kan Paraguay zijn schulden van dit project af betalen. Brazilië moet noodgedwongen zijn overtollige stroom doorvoeren naar het ruim 1000 kilometer verderop gelegen San Paulo en is blijven zitten met een miljarden schuld.
Maar het project had ook een andere keerzijde. Achter de stuwdam heeft zich een enorm stuwmeer gevormd met een waterpeil 200 meter hoger dan de eens zo kleine rivier de Rio Parana. Dit had natuurlijk een enorme invloed op het achterland. Mensen hebben noodgedwongen moeten verhuizen, tal van dieren zijn verdronken en heel veel bomen en planten zijn verloren gegaan. Ook een aantal watervallen stroomopwaarts, die volgens sommigen nog mooier waren dan de watervallen van Iguazu, zijn helaas verzwolgen in het stuwmeer.
door Anouk
Watervallen van Iguazu
Waarschijnlijk zijn deze watervallen van Iguazu ongeveer 200 miljoen jaar geleden ontstaan door een geweldige vulkanische uitbarsting. Volgens velen zijn deze watervallen de mooiste ter wereld en samen met Machu Picchu in Peru het toeristische hoogtepunt van Zuid-Amerika. De watervallen liggen precies op de grens van Brazilië en Argentinië en zijn ook van beide zijden te bekijken.
Na ons bezoek aan de stuwdam zijn we naar de zuidkant van Foz de Iguazu gereden. Bij het gezellige Hostel Paudimar kun je overnachten in kamers, huisjes of kamperen. Het is keurig aangelegd met een klein restaurantje en een zwembad. De volgende dag is er gelijk gelegenheid om met een groep andere toeristen de Argentijnse kant van de watervallen te bezoeken. Dit kun je beter met een gezelschap doen, want dan kan onze auto op de camping blijven staan. Zodoende hoeven we niet twee keer allerlei grensformaliteiten voor onze auto te regelen voor een dagje waterval.
De volgende morgen om half negen komt er een oude bus voorrijden. Een bus met perspex ramen en gewoon houten tuinbanken erin. Het is apart dat deze bus ons naar de andere kant van de grens brengt, en eigenlijk heeft het ook wel wat. Immers je valt meer op dan de standaard touringcar bussen die je voorbij rijden. In de bus is de Argentijnse chauffeur steeds aan het fluiten en heeft een en dezelfde melodie die je later nog steeds hoort. Hij brengt de sfeer er goed in hierdoor. Hij rijdt tevens nog even langs bij een plaatselijke supermarkt net voor de grens want, zo meent hij, bij de Watervallen is het allemaal veel te duur. Wij waren al voorzien van wat water en zien daarginds wel wat we nog extra nodig hebben.
Maar onze enthousiaste Argentijnse chauffeur heeft echt humor, hij is helemaal fan van de voetbalclub Boca juniors en zwaait met de Boca vlag en toetert omdat hij weet dat de grens medewerkers voor de concurrerende club “Riverplate” zijn. Ze kennen hem wel langer dan vandaag en dat merk je zo. Bij de grensovergang is men toch zeker een half uurtje bezig met het afstempelen van de paspoorten. Maar het is ook erg druk, je ziet zowel Argentijnse als Braziliaanse touringcarbussen de grens over gaan.
Het is toch ongeveer 30 kilometer rijden want je moet eerst terug rijden richting de plaats Foz de Iguazu en dan vervolgens met een grote bocht om de watervallen heen rijden. Om half elf zijn we in het Park en krijgen we een kleine uitleg van een man die al jaren in het park werkt. Deze man kent zijn talen goed want hij begint tegen ons keurig Nederlands te praten.
Als we met het mooie weer door het park lopen richting de eerste watervallen valt ons al op dat het erg mooi is aangelegd en dat je er heerlijk kan wandelen. We passeren een spoorlijn en hier rijdt het treintje die je naar het verste uitzichtpunt Garganta del Diablo brengt, maar dat doen we later vandaag. Af en toe springen er coaties vanuit de bosjes, nieuwsgierige beestjes met een grote staart maar een vriendelijk koppie. We lopen naar de eerste watervallen en volgen de Circuito Superior (zie kaartje) daar vandaan kan je van bovenaf de watervallen bekijken. Het is allemaal erg groot maar ook hier weer mooi aangelegd en met goed onderhouden bruggen waar je overheen kan lopen. Het lawaai van het water valt eigenlijk nog wel mee.
Daarna gaan we terug om even iets te eten bij een terrasje………..daar waar ook de coaties zijn! Toch moet je oppassen met deze beesten want wanneer we op een terras gaan zitten springen ze zo op de tafel of snuffelen ze in je tas. Ondanks het mooie weer en dit tafereel gaan we toch binnen zitten daar is het niet alleen stukken koeler maar hoef je ook niet zo op deze jongens te letten. Als ik naar buiten kijk zie ik opeens dat er een coatie op de tafel springt en een colablikje omver duwt en de inhoud op likt. Verder op zie ik een man de coaties koekjes voeren terwijl overal bordjes staan dat je dit niet moet doen. Dus ja, ik kan de coatie niet helemaal ongelijk geven. De toerist is daar zelf debet aan helaas! Een beetje jammer want zo verstoor je hun eetgedrag wat normaal halen ze al hun eten gewoon uit de natuur.
We vervolgen het pad en lopen naar het tweede wandelgedeelte, de Circuito Inferior.
Een langere wandelroute waar je de watervallen van af beneden kan bekijken.
Je hebt tevens uitzicht op het eiland San Martin waar je normaal met een bootje naar toe kan varen. Helaas is er vandaag geen afvaart want het water is te hoog en te wild! Verder gaan we deze dag met het treintje naar het verste punt van dit park de Garganta del Diablo. Het ritje met de trein duurt ongeveer vijftien minuten. Je kunt ook lopen maar dan doe je er minstens een half uur over. We nemen het treintje want we hadden al aardig door het park gesjouwd en een ritje met de trein, waar de wind door je haren blaast, vonden we wel even lekker met dit warme weer. Als we de trein verlaten lopen we eerst een stuk rechtdoor en komen al gauw op de brug waar je een heel eind over het water kan lopen en waar je goed uitzicht hebt op de Braziliaanse watervallen. Dit is wel het hoogtepunt van de dag; een mooi wijds uitzicht over het water waar je zelfs nat kan worden. Dit gebeurt ook een enkele keer maar is met dit weer absoluut geen straf!
Als we terug gaan met het treintje zien we dat de tijd al een beetje gaat dringen, maar we hebben nog wel even tijd om iets te drinken. Dan lopen we dezelfde weg terug als die we vanmorgen zijn gekomen namelijk door het Sendero Verte. We gaan nog even naar binnen bij het hoofdgebouw waar een tentoonstelling is met wat er zoal bloeit en groeit en welke dieren er leven in dit park. Dit hebben ze leuk gedaan en we komen tot de conclusie dat we al veel dieren hebben gezien.
We lopen naar de uitgang en wachten tot de rest van de mensen van het hostel er ook zijn. Uiteraard zijn wij keurig op de afgesproken tijd van vijf uur terug, maar moeten we nog bijna een uur wachten op de Engelse en Franse stelletjes…….…! De terug reis gaat weer hetzelfde als vanmorgen, de chauffeur is nog steeds even gek en zwaait en toetert bij de grens. Het wordt al donker als we bij het hostel aankomen. Deze Argentijnse kant van de watervallen was zeker de moeite waard………………morgen maar eens kijken wat de Braziliaanse kant ons brengt.
De volgende morgen na het ontbijt nemen we de gratis bus vanaf het hostel naar de grote weg en gaan daar vervolgens met een andere bus naar de Braziliaanse watervallen.
Het is niet zo ver en binnen tien minuten zijn we bij het grote entree gebouw. Er zijn lang niet zoveel toeristen als gisteren aan de Argentijnse kant. Er schijnt hier ook minder te doen te zijn. Daar waar je voor de Argentijnse kant zeker een dag kunt uittrekken heb je hier aan ongeveer drie uurtjes wel voldoende.
Na een ticket te hebben gekocht stappen we in de bus die van boven lekker open is dus de wind gaat er goed door heen. Deze parkbus rijdt ongeveer 10 kilometer door het park naar het begin van de watervallen. Bij aankomst ook hier weer allemaal coaties………..! Ze zullen vast niet overgezwommen zijn want ze hebben geen zwemdiploma!
We lopen door het park en komen al snel tot de conclusie dat dit park niet zo goed onderhouden is als de Argentijnse kant. Er is een lange wandelroute aangelegd die je kunt lopen. Je hebt hiervandaan een prima overzicht over alle watervallen maar je blijft redelijk ver bij het water vandaan. Uitgezonderd de waterval de Salto Floriano die je zo goed als bijna kan aanraken met je hand. Dat doen we maar niet want de straal is zo krachtig dat je misschien wel je hand moet missen. We bekijken alles en gaan nog even naar een souvenirshop waar we stickers kopen en een leuk shirt van Brazilië………….!
We verlaten het park waar we inderdaad een kleine drie uurtjes zijn geweest. Het contrast is leuk om te zien van deze twee waterval zijden en je moet ze eigenlijk ook beiden bezoeken!
Parque das Aves
Als we het park hebben verlaten gaan we naar de overkant van het grote entree gebouw en lopen naar het vogelpark. Daar is de entree nog duurder dan bij de Iguazu watervallen! We overwegen even of we dit wel moeten doen. Maar we hadden van een Zwitsers stel gehoord dat het zeker de moeite waard is. Dan toch maar weer even in de buidel tasten………… De eerste vogels die we zien zijn de papegaaien en de Ara-Azul (blauwe papagaai) die zich al fladderend door hun kooi bewegen en soms gewoon zittend op een boomstronk. Het leuke is dat we deze vogel al in het echt hebben gezien en wel in de Pantanal. Later hoorde we dat dit echt zelden voorkomt dat je een Ara-Azul in het “wild” kan zien omdat ze schijnbaar niet zo veel meer voorkomen. Dit komt vooral door stropers omdat een blauw exemplaar al gauw 15.000 Amerikaanse Dollars opbrengt!
De voličres zijn goed onderhouden en er is genoeg groen en stronken voor de vogels. Het park is mooi aangelegd met mooie planten en bomen. Je waant je bijna in de Amazone of de Pantanal. Ze hebben het mooi nagebootst. Verder zien we de flamingo’s en mooie mandarijneendjes. Als we verder gaan komen we aan in een grote voličre waar je ook doorheen kan lopen. Daar leven allerlei soorten vogels naast elkaar, waaronder de toekan. Daar maken we daar even een paar mooie foto’s van. Hij fladdert er leuk op los met zijn aparte grote oranje snavel. Het is echt een kleurrijk vogeltje die zo uit een boekje komt. Als we uit de voličre lopen komen we bij een reusachtige grote roofvogel waar we de naam van zijn vergeten. Maar om eerlijk te zijn heb ik van mijn leven nog nooit zo’n groot kolossaal beest gezien. Het vrouwtje weegt zeker 10 kilo en het mannetje ongeveer de helft. We zien dat het mannetje apart is gezet en ons zielig vanuit een kleine voličre gadeslaat. Het vrouwtje zit in de grote voličre op een grote boomtak en draait behoorlijk met haar kop. Aan de achterkant van haar kop heeft zij een soort kuifje die dan alle kanten op wappert.
We lopen daarna vervolgens nog door een vlindertuin waar ook kleine kolibries vliegen of eigenlijk fladderen. Ze kunnen heel leuk stilstaan in de lucht om van een bloem hun voedsel te halen. We vonden het leuk om dit vogelpark te bekijken maar het is natuurlijk een stuk leuker om ze in het wild te aanschouwen. Gelukkig hebben we van allebei geproefd en dat maakt het weer veelzijdig. Aan het eind van de middag verlaten we het vogelpark. Het was weer een enerverend dagje met veel indrukken…………………….!
Op weg naar de Braziliaanse kust
Behalve in Europa is het weer hier in Zuid-Amerika ook af en toe in de war. De wintermaand juli is normaal gesproken een koude en regenachtige maand. Zelfs nachtvorst is geen uitzondering. Maar sinds we in Foz de Igouzu zijn is het zonnig met middag temperaturen van rond de 25 graden. We besluiten daarom om hier nog twee extra dagen te blijven.
Maar op maandag 14 juli loopt ’s ochtends heel vroeg de wekker af. Hoogste tijd om koers te zetten naar de Braziliaanse kust!
|